weeshuis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wees·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weeshuis weeshuizen
verkleinwoord weeshuisje weeshuisjes

Zelfstandig naamwoord

het weeshuiso

  1. een opvanghuis voor wezen
    • Het is uiteraard beter voor kinderen om bij hun ouders op te groeien dan in een weeshuis. 
     List woonde vanaf haar zevende jaar, na omzwervingen in weeshuizen, bij Jaap en Marie List op Vlieland. Uiteindelijk nam ze ook hun achternaam aan. Tot haar achttiende verbleef ze op het Waddeneiland, om vervolgens haar geluk te beproeven in Amsterdam, waar ze tot aan haar overlijden op 78-jarige leeftijd woonde.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 juni 2022 Weblink bron “Voetpad op Vlieland vernoemd naar Liesbeth List” (24 juni 2022), NU.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be