softbal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • soft·bal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord softbal -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het softbalo

  1. (sport), een op honkbal lijkende balsport waarbij de pitcher echter ondershands werpt, en waarbij gespeeld wordt met een iets grotere bal, op een kleiner veld en met enkele verschillen in de spelregels.
enkelvoud meervoud
naamwoord softbal softballen
verkleinwoord softballetje softballetjes

Zelfstandig naamwoord

de softbalm

  1. bal waarmee gesoftbald wordt.
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
softballen

softbal

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van softballen
    • Ik softbal. 
  2. gebiedende wijs van softballen
    • Softbal! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van softballen
    • Softbal je? 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be