onafhankelijkheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·af·han·ke·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onafhankelijkheid onafhankelijkheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de onafhankelijkheidv

  1. Met onafhankelijk wordt bedoeld, dat een land of staat volledig soeverein heerst over zijn grondgebied, zelfstandig kan beslissen over het binnenlands en buitenlands beleid en niet (of niet meer) bestuurd wordt door een ander land.
    • Soms wenst een staat onafhankelijkheid te verkrijgen door middel van een onafhankelijkheidsverklaring. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid