creditcard

Uit WikiWoordenboek
Twee creditcards.

Nederlands

Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: credocard
Uitspraak
Woordafbreking
  • cre·dit·card
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘betaalkaart’ voor het eerst aangetroffen in 1974 [1]
  • samenstelling van  credit  en  card  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord creditcard creditcards
verkleinwoord creditcardje creditcardjes

Zelfstandig naamwoord

de creditcardm

  1. (financieel), (economie) een kaart waarmee men op voorschot een betaling kan doen
    • Wanneer je rekening van de creditcard niet onmiddellijk betaald wordt, wordt er een hoge rente berekend. 
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen