agressie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • agres·sie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord agressie agressies
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de agressiev

  1. bedreiging met geweld
    • De agressie die uit zijn ogen sprak was zeer bedreigend. 
  2. een vijandelijke aanval
    • De agressie van de vijand werd direct door ons leger beantwoord. 
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen