eerlijkheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eer·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eerlijkheid -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de eerlijkheidv

  1. het vertellen van de waarheid
    • De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het niet klopt. 
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be